Er zijn al vrij veel mensen die een digitale camera hebben gekocht, en helaas hebben ze er niet alleen positieve ervaringen mee. Problemen met digitale camera's komen over het algemeen voort uit een van twee dingen:
Het eerste probleem is helaas niet eenvoudig op te lossen, aangezien dit,
vooral onder Windows, zeer afhankelijk is van de meegeleverde software. Het kan soms helpen om
de software eerst te de-installeren en daarna, na een herstart opnieuw te installeren.
Onder Linux kunnen de meeste camera's gewoon als opslag apparaat worden benaderd (Linux ziet
de camera dus als een soort harde schijf). Dit betekent dat het zeer eenvoudig is om bestanden van,
en naar de camera te copieren. Om dit te kunnen doen, moet u de camera aansluiten op de pc en
aanzetten. Vervolgens start u uw pc op met Linux. Na het starten meldt u zich aan als ?root? en initialiseert
u de drivers (modules) voor, in de meeste gevallen usb, en scsi (de te laden modules heten: usbcore, usb-uhci,
scsi_mod, sr_mod en sd_mod). Om in te laden typed u: "modprobe modulenaam"; vervolgens kunt u uw camera
vinden als een scsi schijf, meestal met de naam "sda" of "sdb". Om de camera in te laden, typed
u: "mount /dev/sdx /mnt/disk", waar "/dev/sdx" een zeker apparaat is en "/mnt/disk" de locatie waarop u
de camera in uw systeem zet. Nu kunt u de camera zo benaderen als u uw harde schijf benadert.
Een kanttekening: dit werkt voor de meeste camera's, maar niet voor allemaal!!!
Wat betreft het afdrukprobleem kan ik u alleen maar verwijzen naar de eerder geschreven
tip over printproblemen.
Als foto's niet gelukt zijn met een digitale camera, en u kunt ze niet opnieuw nemen, dan is nog niet alles verloren. Digitale afbeeldingen kunnen namelijk nog nabewerkt / bijgewerkt worden op de pc. Voor de bewerking van afbeeldingen bestaan er vrij veel programma's; de bekendste is waarschijnlijk Photoshop van Adobe. Helaas is Photoshop vrij duur en is het voor een beginnend digitaal fotograaf lastig te bedienen. Er zijn alternatieven die een stuk goedkoper zijn, zoals bijvoorbeeld Adobe's eigen Photoshop Elements of Photoline. Er is echter ook een alternatief dat net zo krachtig is als Photoshop (en helaas ook ongeveer even lastig te bedienen) en dat niets kost: the Gimp. The Gimp is verkrijgbaar voor zowel Windows als Linux/Unix en er is bovendien een groot aantal plugins en effecten voor dit programma gratis beschikbaar op internet.
Voordat ik begin met meer uitleg over bewerken; allereerst het volgende: de resolutie. Om een foto scherp en vloeiend te laten lijken, moet hij zoveel beeldpunten bevatten dat het menselijk oog de verschillende beeldpunten niet meer kan onderscheiden en de overgangen vloeiend lijken. Om dit te bereiken is een resolutie nodig die tussen de 600 en 1200 dpi ligt, afhankelijk van het onderwerp. Wat betekent dit nu? De waarde "dpi" betekent letterlijk: "dots per inch" (punten per inch), Dus een waarde van 100 dpi betekent 100 beeldpunten per inch oppervlakte. Als we nu bijvoorbeeld een afbeelding nemen van 10x10 inch met een resolutie van 100dpi, dan hebben we het dus in totaal over: 10x10x100=10000 beeldpunten. Gaan we deze afbeelding dan op mini-posterformaat afdrukken, dan hebben we een probleem, immers, als we de afbeelding oprekken tot bijvoorbeeld 20x20 (met nog steeds hetzelfde aantal beeldpunten), dan hebben we dus 10000/400=25 dpi ! U ziet dat u een lagere resolutie overhoudt, en daardoor lijkt de afbeelding dus onscherper.
Er zijn hier een paar dingen aan te doen: Allereerst kunt u natuurlijk uw foto's maken met een hogere resolutie, maar helaas wordt deze beperkt door de maximum resolutie die de camera aankan en de hoeveelheid ruimte die deze foto's op het opslagmedium in de camera opnemen.
Er is echter nog een manier om foto's enigszins vergroot er toch nog redelijk uit te laten zien. De truc hier is interpolatie. U voert als het ware extra beeldpunten in tussen de bestaande beeldpunten. Om dit voor elkaar te krijgen, opent u de foto in uw beeldbewerkingsprogramma, en vergroot hem naar de gewenste maat. Heeft u dit gedaan, dan voert u vervolgens de resolutie op tot een acceptabele waarde (dus een waarde die ergens tussen de 600 en 1200 dpi ligt). Dit zal niet zomaar door het programma geaccepteerd worden, u voert immers lege beeldpunten in! Na enkele waarschuwingen getoond te hebben, kunt u dan toch deze verandering doorvoeren. Nu kunt u de afbeelding met interpolatie uitvullen. Om dit te doen, moet u gebruik maken van de "sharpening" en de "blur" gereedschappen. Gebruikt u deze afwisselend, dan zal het resultaat het beste zijn. Rekent u erop dat het recept hierbij voor iedere afbeelding en ieder formaat en ieder formaat een beetje anders is, dus het is een beetje uitproberen. Een laatste waarschuwingen: u kunt een foto niet eindeloos veel groter maken, bij een bestaande afbeelding met een resolutie van 700 dpi, moet u niet verwachten dat u deze meer dan dubbel zo groot kan maken, aangezien ook interpolatie dan niet meer helpt.
Een tweede probleem dat veel voorkomt bij foto's, is dat de belichting niet klopt; de afbeelding is of te licht, of te donker. Hier is op een relatief eenvoudige manier wat aan te doen, maar ook hierbij geldt: als een afbeelding zo donker of licht is dat het contrast er niet in zit, dan valt er maar weinig te redden. Om een afbeelding beter te laten kleuren, kunt u gebruik maken van de functies contrast, helderheid en gamma. Als voorbeeld hierbij 2 afbeeldingen op een resolutie van 150 dpi waarvan de eerste te donker is en een lichte geelzweem bevat. De tweede is dezelfde afbeelding met daarover een geelfilter, een licht verhoogd contrast en een verhoogde helderheid. Met deze trucs zijn digitale foto's, ook als ze in eerste instantie minder geslaagd zijn absoluut bruikbaar. Er zijn natuurlijk nog veel meer effecten toe te passen op afbeeldingen, zoals lens flares of het "bruinen" van een foto om deze ouder te laten lijkt. In principe werken al deze effecten hetzelfde als het als voorbeeld gegeven effect, maar meer mogelijkheden laat ik graag aan uw verbeelding over.
Voor meer informatie kunt u ons e-mailen